Startpunt 'stichting Weeskinderen in Rwanda'
stichting Weeskinderen in Rwanda
Hulpverlenen en delen vanuit het hart is de toekomst
Gratis boeken | Over de stichting | Resultaten Donaties en ANBI | Contact

Krantenartikel over de stichting in het Eindhovens Dagblad

Maart 2005

Dit artikel stond in het Eindhoven Dagblad van zaterdag 19 maart 2005 en kunt u hieronder in digitale vorm nog eens nalezen.



Eerselse verleent hulp in Rwanda

De beste kamer is voor de geit

Door VANDA VAN DER KOOI

Zaterdag 19 maart 2005 - Ria van de Ven uit Eersel ging tien jaar geleden naar Rwanda om zich in te zetten voor de weeskinderen in dat land. Een deel van de Paascollecte van Samen Verder gaat naar haar project. Het meisje staart ongelukkig naar de grond en zwijgt. Anders dan de meeste kinderen in het Rwandese Weeshuis Noël danst en zingt ze niet, om de Eerselse Ria van de Ven te begroeten.

Ria van de Ven uit Eersel tussen de Rwandese weduwen waar zij zich voor inzet. (Foto IJsbrand Swart, Eindhovens Dagblad)
Ria van de Ven uit Eersel tussen de Rwandese weduwen waar zij zich voor inzet.
(Foto IJsbrand Swart, Eindhovens Dagblad)

„Ze hebben haar na de genocide in het bos gevonden, waar ze zich al die tijd had verstopt. Ze at steentjes“, vertelt Van de Ven. Wat haar overkomen is, wat ze gezien heeft: niemand weet het. In een land waar 800.000 mannen, vrouwen en kinderen zijn vermoord en honderdduizenden zijn gevlucht, is haar verhaal een van de vele verhalen die nooit verteld zullen worden.

Het waren de kinderen waarvoor Ria van de Ven uit Eersel tien jaar geleden voor het eerst naar Rwanda is gekomen, en waarvoor ze de Stichting Weeskinderen in Rwanda heeft opgezet. Een deel van de opbrengst van de Paascollecte die Samen Verder deze week in onze regio houdt, gaat hiernaartoe.

Al een half jaar na de genocide in 1994 bezocht Van de Ven het gebied voor het eerst. „Toen dreven er nog lijken in het Kivumeer.“

Nog altijd is de sfeer in dit grensgebied met Kongo zeer gespannen. Als we over de asfaltweg tussen Kigali en Gisenyi rijden, moeten we regelmatig stoppen voor wegversperringen van de politie. Het is niet veilig om diep het binnenland in te rijden. „Iedereen is bang vanwege de Gacaca's“, verklaart Van de Ven. Door deze vorm van dorpsrechtspraak probeert de regering nu werk te maken van de berechting van de moordenaars. Maar veel dorpelingen zijn bang voor represailles van de familie van daders of slachtoffers. Het gebeurt ook regelmatig dat mensen die worden vrijgelaten uit de gevangenis, alsnog worden gedood.

Wat doet een gewone Eerselse vrouw nu toch in zo'n land? „Het begon in de Lambertuskerk in Eindhoven, waar mijn zoon orgel speelde“, aldus Van de Ven. Daar ontmoette ze Abbé Prospèr Ntiyamira, die samen met andere Rwandese priesters naar Nederland was uitgeweken om aan de verschrikkingen in Rwanda te ontkomen. Toen hij eind '94 terugkeerde naar het Rwandese bisdom Nyundo, bleven ze schrijven. Met name zijn brieven over de weeskinderen grepen de Eerselse erg aan. „Toen mijn zoon ernstig ziek was, heb ik thuis voor hem kunnen zorgen. Doordat ik hem een van mijn nieren heb gegeven, gaat het op dit moment beter met hem. Maar die vrouwen die in Rwanda tijdens de genocide zijn vermoord, die kunnen nooit meer voor hun kinderen zorgen. Daar wilde ik iets voor doen.“

Alleen al in de omgeving van Nyundo bleven er na de genocide achttienduizend wezen over.

Van die enorme stroom zijn er zeshonderd opgenomen in een hospitaaltje bij Nyundo, waar directrice Athanasie nu leiding geeft aan het Weeshuis Noël. Het weeshuis wordt ondersteund door het Bisdom en Van de Vens stichting.

Twee van de zeshonderd kinderen in Weeshuis Noël. Tien jaar na de genocide neemt het aantal jonge weeskinderen weer toe, als gevolg van aids. (Foto IJsbrand Swart, Eindhovens Dagblad)
Twee van de zeshonderd kinderen in Weeshuis Noël. Tien jaar na de genocide neemt het aantal jonge weeskinderen weer toe, als gevolg van aids.
(Foto IJsbrand Swart, Eindhovens Dagblad)

De duizenden weeskinderen daarbuiten zijn in groepjes samen gaan wonen, met aan het hoofd van elke groep een weduwe. Toen de eerste noodhulp was geregeld, wilde Van de Ven hen ook verder op weg helpen.

Het resultaat laat een van de weduwen bij de parochie Kivumu vol trots zien: een glanzende geit. De vrouw heeft een houten hokje met afdak voor de geit gebouwd en vertroetelt het beestje met vers gesneden gras alsof het haar kostbaarste bezit is. En dat is het ook. Verlegen lachend laat ze me haar lemen huisje zien. In de kleine woonkamer is een Mariaplaatje de enige versiering, en een wankel tafeltje het enige meubelstuk. Daar liggen de slaapmatten op en de schoolschriftjes van de weeskinderen die bij haar wonen. Achter in het huisje is nog een pikzwart kamertje waar ze kookt. De weduwe verontschuldigt zich voor de bak die hier staat, voor het lek in het pannendak. In het optrekje in het midden van het huisje slaapt 's nachts de geit. 'De beste kamer is voor de geit', lacht Van de Ven.

Waarom een geit belangrijk is? De weduwen van Kivumu vallen stil. Ik had even goed kunnen vragen waarom regen belangrijk is. Dan komen ze met een enthousiaste opsomming: dat de geit melk geeft voor de kinderen. Mest voor de tuin, zodat de grond vruchtbaarder wordt. Dat de geit op haar beurt geitjes krijgt. En bokjes die opgegeten kunnen worden. Of verkocht op de markt, zodat de weduwen geld verdienen voor de schoolschriften van hun weeskinderen. En dat allemaal gratis, want het gras voor hun geiten groeit overal.

In totaal heeft Van de Ven de afgelopen drie jaar 750 keer Rwandezen blij kunnen maken met een geit. Dit kan dankzij particuliere giften voor haar stichting en dankzij een deel van een eerdere collecte van Samen Verder. Abbé Prospèr en Winifrida Mukankuranga zorgen via de coöperatieve organisatie AGI ervoor dat de geiten bij die vrouwen terechtkomen die hulp het hardst nodig hebben. Het positieve effect werkt vanzelf door: elke groep weduwen en wezen moet de eerste geit die wordt geboren doorgeven aan een andere groep.

Deze weduwe in Kivumu vertroetelt haar geiten. (Foto IJsbrand Swart, Eindhovens Dagblad)
Deze weduwe in Kivumu vertroetelt haar geiten.
(Foto IJsbrand Swart, Eindhovens Dagblad)

Ria van de Ven heeft nu een volgend project gepland: het stimuleren van de tuinbouw. Rwandezen verbouwen en eten vooral bananen en bonen. Dat eenzijdige dieet leidt tot ondervoeding. Al eerder heeft Van de Ven nieuwe groenten geïntroduceerd als wortelen en rode kool. Het deel van de collecte van Samen Verder dat nu naar haar stichting gaat, wil ze het komende jaar gebruiken om tuingereedschap voor de Rwandese families aan te schaffen.

De weduwen in Kivumu hebben er zelf om gevraagd, want de 'nieuwe' groenten vallen goed in de smaak. Hun favoriet? Het antwoord klinkt verrassend Hollands: bloemkool.


Voor meer informatie over Ria van de Ven en haar projecten:
www.weeskindereninrwanda.nl (de website waarop u zich momenteel bevindt)

Voor meer foto's van Eindhovens Dagblad:
www.eindhovensdagblad.nl (u dient zich gratis te registreren bij de foto-albums Rwanda en Rwanda2)



Terug naar boven

Copyright ©2004-2024 stichting Weeskinderen in Rwanda www.weeskindereninrwanda.nl K.v.K. nummer te Eindhoven 17128822